Er zijn 5 belangrijke vitale functies:

 

  • De luchtweg controleren

Controleren als er niks in de luchtwegen bekneld doe je door de mond van de slachtoffer open te doen en controleren.

Zie afbeelding:

 

 

  • De ademhaling

Hand op de buik en je oor bij de mond zetten en luisteren.

  • De circulatie

Door aan de pols te voelen.

 

  • Het bewustzijn

Bewust zijn controleer je om de slachtoffer aan te spreken. Als de slachtoffer niet reageer is hij/zij bewusteloos.

 

  • De lichaamstemperatuur

Voelen als de slachtoffer warm of koud is.

 

    

  • Ondersteunend verplaatsen

Laat het slachtoffer nog op een been steunen en omarm de slachtoffer tot de plaats van bestemming.

 

  • Rautek,

De manier waarop je iemand optilt.

                                                    

 

Van buik naar rug.

Pakt de slachtoffer leg je hand onder zijn hoof en schouder en draai hem naar je toe.

                                                

 

Stabiele zijligging.

 

  • Kniel zo dichtbij mogelijk bij de slachtoffer en zorg dat beide benen van de slachtoffer gestress zijn.

Pakt de arm die het slachtoffer het dichtst bij je ligt en leg deze rechte hoek te opzichte van zijn lichaam en handpalm naar boven als het kan.

  • Brengt de arm die het verst is van je over de borst en zet die tegen de wand van slachtoffer
  • Pak dan met je andere hand dat been dat ver van je is, trek hem op.
  • Trek de gebogen knie naar je toe, terwijl je de hand van de slachtoffer tegen de wand houdt.
  • Draai zover mogelijk zodat de gebogen elle boog op de grind raakt.

https://www.youtube.com/watch?v=is0-seEmGs8